Persoonlijke Beschermings Middelen (PB, PBM)
Inhoud
Persoonlijke Beschermings Middelen
Geluidsbescherming
Gebruik oordoppen of oorkappen. De groene zijn voor algemeen gebruik.
Oogbescherming
Gebruik een veiligheid bril.
Voor bril dragers; in sommige situaties volstaat een normale bril - hou er echter rekening mee dat deze van plastic moet zijn (ivm met glas in het oog) - en voldoende sterk/met voldoende krachtafleiding.
Zie ook de speciale Laser safety googles.
Veilige Kleding
Zorg voor niet brandbare kleding, die goed om het lichaam sluit; geen loshangend haar; geen sieraden.
Voor de draaibank - zakken zijn een ramp; en bij metaalwerk - hou rekening met lang nagloeiende vonken.
Handschoenen
Handschoenen worden maar beperkt gebruikt in een werkplaats en zijn zelf een gevaar.
Handschoenen worden gedragen om beschadiging van de handen te voorkomen bij het aanpakken van hout met veel splinters, bij het lassen en/of scherpe materialen.
De handschoen kan echter ook in een draaiend onderdeel vastraken. Dit gebeurt relatief makkelijk omdat je handen niet iets `groter' zijn dan je gewend is - en handschoenen vrij los zitten bij de vingertop indien de vinger gestrekt is.
Als de zaag te veel energie heeft kan de handschoen dan uiterst pijnlijk afgerukt worden. In dat soort gevallen is de schade aan je hand is doorgaans groter dan `zonder handschoen'.
Handschoenen worden nooit gedragen bij zware machines met vrije ronddraaiende delen en waar het ronddraaiend deel zelf erg veel massa heeft. Wanneer een zwaar ronddraaiend deel dan de handschoen pakt is de kans groot dat daarna de handschoen alleen gevuld is met vingers.
Bij zware machines op krachtstroom met draaiende onderdelen; zoals de cirkelzaag, metaal draaibank en de Abene Mill - is het gebruik van (sterke/stevige) handschoenen dus verboden.
Werkplek
Voor een eerste inschatting van de veiligheid van de werkplek kan onderstaande checklist gebruikt worden.
Deze is bedoeld voormachineveiligheid, en (nog)niet van toepassing op transportmiddelen en hijs- en hefmiddelen.
A Documentatie
1 Heeft het arbeidsmiddel een CE-markering?
2 Is er een onderhoudsboek/kaart aanwezig?
3 Is er een gebruikersinstructie aanwezig?
4 Zijn er elektrische schema's aanwezig?
5 Hebben de medewerkers voldoende aantoonbare opleiding/instructie gehad om het arbeidsmiddel te kunnen bedienen?
B Omgevingsinvloeden
1 Is er voldoende verlichting? (Minimaal 750 lux in praktijkruimtes)
2 Is eventueel aanvullende verlichting correct uitgevoerd?
3 Is er voldoende werkruimte?
4 Is de werkvloer vrij van rommel en materiaal?
5 Is het werkklimaat goed (temperatuur, vocht, tocht)?
6 Zijn er voldoende maatregelen tegen geluidshinder?
7 Zijn er ergonomische aspecten in orde (niet te hoog, of te laag reiken, geen trillingen etc.)?
C Bedieningsorganen
1 Zit er een hoofdschakelaar op het arbeidsmiddel?
2 Is de hoofdschakelaar vergrendelbaar?
3 Bevindt het bedieningspaneel zich buiten de gevarenzone?
4 Zijn de schakelaars van de juiste kleuren voorzien en bestaat er geen onduidelijkheid over de werking van de schakelaars?
5 Zijn duidelijk en gemakkelijk waarneembare alarmsignalen aanwezig?(alleen noodzakelijk als de machine bediend kan worden vanaf een plaats waar de machine en de omgeving niet helemaal overzien kan worden)
6 Zijn er duidelijk zichtbare noodstopschakelaars aangebracht?
7 Zijn noodstopschakelaars goed bereikbaar voor bedieners en omstanders?
8 Kan het arbeidsmiddel, nadat de noodstop is ingedrukt, alleen weer in gebruik worden genomen na het resetten van de noodstopschakelaar en het gebruik van de aan/ uit knop?
9 Zijn symbolen logisch en leesbaar?
10 Worden start- en stopfuncties periodiek getest?
11 Worden noodstopfuncties periodiek getest?
12 Grijpt de noodstop in op het gehele arbeidsmiddel?
13 Wordt bij storing verhelpen, reiniging, omstellen, onderhoud of reparatie afdoende geborgd dat het arbeidsmiddel niet wordt herstart, terwijl zich personen in de gevarenzone bevinden?(Bv door de schakelaar te vergrendelen.)
14 Is de gevarenzone, bij een in werking zijnd arbeidsmiddel, altijd gemakkelijk te verlaten?
D (Mechanische) veiligheid
1 Zijn bewegende delen voldoende afgeschermd tegen (toevallige) aanrakingen?
2 Zijn scherpe machineonderdelen voldoende afgeschermd?
3 Zijn hete of koude onderdelen voldoende afgeschermd?
4 Staat de machine voldoende stabiel opgesteld?
5 Is het alleen mogelijk om met de machine te werken als de afscherming aanwezig is/de beveiliging werkt?
6 Is de aanwezige afscherming en beveiliging zo geplaatst dat onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op veilige wijze kunnen worden uitgevoerd?
7 Is er voldoende afscherming tegen wegschietende machineonderdelen?
8 Is er voldoende afscherming tegen wegschietende productdelen?
9 Zijn er voldoende maatregelen tegen risico’s bij emissie van:gas; damp; stof; vloeistof?
10 Zijn er bij werkzaamheden op de machine voldoende maatregelen tegen vallen van hoogte?
11 Is contact met elektriciteit uitgesloten?
12 Zijn gestapelde producten beveiligd tegen omvallen?
13 Is er voldoende bescherming tegen stoten en struikelen?
14 Is er voldoende bescherming tegen uitglijden?
15 Is er voldoende bescherming tegen opgesloten raken?
16 Zijn er voldoende maatregelen tegen mogelijke gevaren door onbedoelde bewegingen / door versnelling?
17 Zijn er voldoende maatregelen tegen mogelijke gevaren door onbedoelde bewegingen/door botsing door vertraging?
18 Zijn er voldoende maatregelen tegen mogelijke gevaren door explosie (bv. drukvat)?
19 Zijn er voldoende maatregelen tegen mogelijke gevaren door straling?
20 Zijn er voldoende maatregelen tegen mogelijke gevaren aanwezig door trillingen?
21 Zijn er voldoende maatregelen tegen mogelijke gevaren bij het wegvallen van de netspanning?
E Pictogrammen
1 Zijn gevarenzones duidelijk aangegeven?
2 Zijn pictogrammen aanwezig waarop staat welke persoonlijke beschermingsmiddelen zijn vereist in de gevarenzone?
3 Zijn pictogrammen aanwezig die waarschuwen voor onverwachte gevaren?
4 Zijn pictogrammen aanwezig die aangeven welke handelingen verboden zijn?
5 Zijn de aanwezige pictogrammen duidelijk en leesbaar?
Risicocijfer:
1 = Zeer hoog risico: werkzaamheden stoppen
2 = Hoog risico, onmiddellijke verbetering vereist
3 = Risico: verbetering is nodig
4 = Klein risico: lage prioriteit
5 = Vrijwel geen risico