Project Monitoring Gasflessen

Project Monitoring Gasflessen

Deze pagina is opgezet om het monitoren van de gasflessen te coordineren. Deze pagina is gezamenlijk eigendom van de deelnemers van de makerspace. Voel je vrij om aanpassingen te doen als je dat een goed idee lijkt.

Deelnemers

De volgende mensen zijn betrokken bij dit project. Wil je meedoen, voeg dan vooral je naam toe!

• Fulco
• Hans B
• DW

Doelstelling

Het doel van het project voorzieningen (procedures, systemen) in te richten waarmee de gasflessen gemonitord kunnen worden.

Het doel van het monitoren is voorkomen dat de gasflessen na gebruik per ongeluk open blijven staan met als gevolg dat deze langzaam leeg lopen

Scope

Het gaat primair om de gasflessen voor het MIG lassen (Argon/CO2) en TIG lassen (Argon), en het zou mooi zijn als het ook mogelijk is voor het smeden (Propaan).

Eisen en randvoorwaarden

Must have

• Eenvoudig te bedienen
• Geschikt voor meerdere soorten en modellen gasflessen
• Failsafe (falen van het systeem moet niet kunnen leiden tot veiligheidsrisico's of tot het verlies van gas)
• Onafhankelijk van de stroomvoorziening van de lashoek

Should have

• Aangesloten op het monitoring systeem van de space
  • Voor het wel of niet in bedrijf zijn van de gasfles
    • Melding op het check-out display
    • Status zichtbaar in het CRM (state of the space)
  • Melding op de mailinglijst bij foutsituaties

Nice to have

• Kunnen zien _wie_ de gasfles in bedrijf neemt en buiten bedrijf neemt
• Mogelijk gekoppeld met een autorisatie voor de lasapparaten zelf
• Zien hoeveel gas gebruikt wordt (flow)
• Zien hoeveel gas gebruikt is (flow * tijdsduur)
• Toerekening van gasgebruik aan gebruiker
• Zien hoe vol de fles is (druk in hoge druk deel)

Ontwerp Gedrag Systeem

MVP 1: Basisfunctionaliteit

Er komt een elektronische module die de gasdruk in de gasleiding tussen drukregelaar en lasapparaat meet (voorbeeld:https://nl.aliexpress.com/item/32784470295.html)

Mogelijk alternatief of aanvulling: het in bedrijf zijn van de gasfles wordt afgeleid van het op spanning zijn / stroomgebruik van het lasapparaat.

Op basis van deze input laat deze op de module zelf zien wat de status van de gasfles is.

Wanneer er druk komt op de gasleiding komt de module in de stand 'in bedrijf' en brandt de rode lamp.

Wanneer de druk wegvalt in de gasleiding komt de module in de stand 'buiten bedrijf' en brand de groene lamp.

MVP 2: Uitgebreidere functionaliteit

Wanneer de gasfles langer dan een x periode in bedrijf is, komt de module automatisch in de stand 'waarschuwingstand'.

Wanneer er op een resetknop gedrukt wordt komt de module weer in de stand 'in bedrijf'.

Wanneer de druk wegvalt in de gasleiding komt de module in de stand 'buiten bedrijf'.

Wanneer de module langer dan een y periode in de stand 'waarschuwingstand' is, komt de module automatisch in de stand 'alarmstand'.

Wanneer er op een resetknop gedrukt wordt komt de module weer in de stand 'in bedrijf'.

Wanneer de druk wegvalt in de gasleiding komt de module in de stand 'buiten bedrijf'.

Wanneer de stroom van de lashoek wegvalt terwijl de module in 'in bedrijf' is komt de module automatisch in de stand 'waarschuwingstand'.

Wanneer de stroom van de lashoek opkomt terwijl de module in 'waarschuwingstand' is en er druk is in de gasleiding komt de modue automatisch in de stand 'in bedrijf'.

Wanneer de stroom van de lashoek opkomt terwijl de module in 'alarmstand' is en er geen druk is in de gasleiding komt de module automatisch in de stand 'buiten bedrijf'.

Wanneer er op een paniekknop gedrukt wordt komt de module in de stand 'alarmstand' (pas relevant bij MVP 3, maar knop vast in te bouwen in MVP 2).

In de stand 'buiten bedrijf' brandt alleen de groene lamp.

In de stand 'in bedrijf' brandt alleen de rode lamp.

In de stand 'waarschuwingstand' gaat een zoemer langzaam aan en uit en knippert de rode lamp langzaam.

In de stand 'alarmstand' gaat de zoemer snel aan en uit en knippert de rode lamp snel.

MVP 3: Online monitoring

De status van de gasfles wordt doorgegeven aan het monitoring systeem van de space.

Op het checkout display wordt zichtbaar of de gasfles nog in bedrijf is of niet.

Op het CRM systeem wordt zichtbaar of de gasfles nog in bedrijf is of niet.

Bij het betreden van de stand 'waarschuwingstand' wordt er geen aanvullende actie ondernomen.

Bij het betreden van de stand 'alarmstand' wordt er een mail daarvan naar de mailinglijst gestuurd.

Bij het verlaten van de stand 'alarmstand' wordt er een mail daarvan naar de mailinglijst gestuurd.

Wanneer er verbinding onTstaat met het monitoring systeem gaat er een goene led branden (rode led gaat uit).

Wanneer de verbinding verbroken met het monitoring systeem verbroken raakt gaat een rode led branden (groene led gaat uit).

Wanneer de verbinding met het monitoring systeem verbroken wordt gaat elke minuut de zoemer 0.1 seconde aan.

Deze beveiliging is aan en uit te zetten met een schakelaar op de module.

Wanneer de beveiliging is uitgeschakeld branden beide leds niet.

De beveiliging van de verbinding heeft geen invloed op de primaire functies van het systeem (MVP 1 en MVP 2).

MVP 4: Gebruikersdetectie en autorisatie

Detecteren van gebruiker middels RFID token.

Lasapparaat aan en uit kunnen zetten obv autorisatie gebruiker.
Meldingen aan het centrale systeem kunnen voorzien worden van de naam van de gebruiker

Nader uit te werken.

MVP 5

Meten gasgebruik middels flow meter.

Meten gasflesinhoud/druk middels drukmeter in hoge druk deel.

Gebruik kunnen toeschrijven aan de gebruiker.

Nader uit te werken.

Ontwerp Procedures

MVP1

Gebruiker wil de gasfles in gebruik nemen

1. Gebruiker draait de gaskraan open
2. Het systeem signaleert dat de gasfles in bedrijf is

Gebruiker wil de gasfles buiten gebruik nemen

1. Gebruiker draait de gaskraan dicht
2. Gebruiker laat de druk zakken door even de lastoorts te bedienen (1 seconde)
3. Het systeem signaleert dat de gasfles buiten bedrijf is

MVP2

Gebruiker hoort de zoemer dat de module in de waarschuwingstand is gekomen

1. Gebruiker drukt op de resetknop
2. Het systeem komt uit de waarschuwingstand en komt in de stand 'in bedrijf' dan wel 'buiten bedrijf'

Gebruiker hoort de zoemer dat de module in de alarmstand is gekomen:

NB: Dit kan degene zijn die aan het lassen was maar ook iemand die net de space binnenkomt.

Het kan ook zijn dat iemand de stroom van de lashoek afschakelde zonder eerst de gasfles buiten bedrijf te nemen

1. Gebruiker draait de gaskraan dicht
2. Gebruiker laat de druk zakken door even de lastoorts te bedienen (1 seconde) => Of draait even aan een aftapkraan?
3. Het systeem signaleert adhv het wegvallen van de gasdruk dat de gasfles buiten bedrijf is

Ontwerp Gebruikersinterface

Gebruiker moet kunnen zien of de gasfles in bedrijf is of niet

• In bedrijf: zichtbaar met een rode lamp
• Buiten bedrijf: zichbaar met een groene lamp

Gebruiker moet kunnen zien of het systeem in bedrijf is of niet en of het in storing is

• In bedrijf: rode of groene lamp brand continu
• Buiten bedrijf: geen van de lampen branden
• In storing: rode lamp knippert snel

Gebruiker moet kunnen zien of het systeem online is

• Online: groene led brandt
• Offline: rode led brandt
• Uitgeschakeld: geen van beide leds branden

Gebruiker moet gewaarschuwd worden als de module in de waarschuwingstand komt

• Zoemer en rode lamp gaan langzaam aan en uit

Gebruiker moet gewaarschuwd worden als de module in de alarmstand komt

• Zoemer en rode lamp gaan snel aan en uit

Gebruiker moet de module uit de waarschuwingstand kunnen halen

• Gebruiker drukt op de resetknop

Gebruiker moet de module uit de alarmstand kunnen halen

• Gebruiker drukt op de resetknop

Gebruiker moet kunnen melden dat er een probleem is met de gasfles

• Gebruiker drukt op de paniekknop

Gebruiker moet kunnen melden dat het probleem met de gasfles is opgelost

• Gebruiker drukt op de resetknop

Overige eisen

• De module moet in de directe nabijheid van de gasfles gemonteerd worden.
• De lampen moeten op minimaal 5 meter afstand goed te zien zijn.
• De functies (lampen en knoppen/schakelaars) moeten toegelicht worden met labels op de module zelf.
• De toelichtingen moeten in het Nederlands en Engels.